Corpus Christi werd altijd in heel Peru gevierd, maar het feest is het indrukwekkendst in Cusco. Vijftien heiligen en maagden komen in processies vanuit verschillende kerken in Cusco bijeen bij de kathedraal van Cusco, op de Plaza de Armas. Hier wordt het lichaam van Christus begroet wordt. Dit gebeurt precies 60 dagen na Paaszondag. Op deze dag kun je María Angola, de grootste kerkklok van Peru, horen luiden. Deze werd in de 16e eeuw gemaakt door Diego Arias de la Cerda. De nacht voorafgaand aan Corpus Christi worden er twaalf typische gerechten bereid en genuttigd, zoals cuy chiriuchu, chichi (een lokaal bier) en brood.
De processie op de belangrijkste dag van Corpus Christi vindt plaats rond 11:00 uur. Plaza de Armas is dan volgestroomd met mensen die de heiligen willen zien. Na de processies gaan de heiligen terug naar de kathedraal en komen de vertegenwoordigers van de lokale gemeenschappen samen om in overleg te gaan over lokale kwesties.
Na zeven dagen (“el octavo”) nemen de heiligen weer deel aan de processie voordat ze teruggaan naar hun thuisbasis waar ze de rest van het jaar zullen verblijven. Corpus Christi is een heel kleurrijke en traditionele ceremonie. Voor buitenlandse toeristen is het een prachtige gelegenheid om de Peruaanse cultuur van dichtbij te beleven.