Het Feest der Allerheiligen is bedoeld ter nagedachtenis van de overledenen. De Peruanen bezoeken op 1 en 2 november, als dit feest plaatsvindt, vaak de begraafplaats met bloemen en maaltijden om hun nabestaanden te herdenken. De aanbidding van de doden was een gebruikelijke en gerespecteerde gewoonte gedurende de pre koloniale tijd in Peru. Vandaag de dag is het nog steeds onderdeel van de Peruaanse traditie, gecombineerd met Christelijke elementen.
In het dorpje La Arena in Piura, gaat de lokale bevolking ’s ochtends vroeg naar het belangrijkste plein van de stad, allen zeer netjes gekleed. Wanneer deze mensen een kind tegenkomen die lijkt op een overleden familielid, geven ze dit kind een klein broodje, snoepjes, stukjes kokosnoot of andere kleine hapjes verpakt in gedecoreerde pakjes. 's Nachts branden de familieleden kaarslicht op de begraafplaats tot zonsopgang op 2 november. In Arequipa en Junin worden de pakjes vervangen door broodjes in de vorm van een pop genaamd t’anta wawas.