Deel I: De opkomst van de oude cultuur in Peru:
Bewijs van de eerste nederzettingen in Peru
De droge en bewoonbare grotten langs de kustlijn van Peru boden onderdak aan de eerste inwoners van het gebied, nomadische jagers en verzamelaars. Pikimachay is de oudste bekende plek, daterend uit ongeveer 12,000 v.Chr., maar belangrijke overblijfselen zijn ook gevonden in de Telarmachay, Junin en Lauricocha grotten. Vroeger geloofden geleerden dat deze mensen naar Amerika reisden via de Bering Strait in Alaska, naar beneden door Noord-Amerika en Midden-Amerika naar Zuid-Amerika. Deze
theorie wordt nu uitgebreid getoetst en vele geleerden geloven nu een nieuwe theorie, namelijk dat deze groepen mensen misschien wel vanuit Azië naar Zuid-Amerika zijn gevaren.
Opkomst van de eerste beschavingen in Peru
De opkomst van de landbouw in wat nu Peru is begon rond 4,000 v.Chr. – het is aangetoond dat bonen, pepers, pompoenen en katoen geplant zijn. Er begonnen zich duidelijke culturen te vormen en de eerste stad in Amerika werd gesticht 200 km ten noorden van Lima in de Supe Vallei. Deze stad, Caral, werd rond 2,500 v.Chr. gebouwd door de Norte Chico samenleving, voor zover men weet de oudste samenleving in Amerika. Hun cultuur is bekend door de 30 piramide-vormige bouwsels die ze achter hebben gelaten, sommigen wel 20 meter hoog met een platte bovenkant. De Caral en de Norte Chico culturen worden gezien als één van de zes plaatsen in de oude wereld waar de beschaving is ontstaan. Van deze 6 plaatsen bevinden zich 2 in Amerika, Norte Chico en de Olmecs uit Mesoamerica en de andere 4 in de Oude Wereld: Mesopotamia, Egypte, India en China.
Oude culturen aan de kust van Peru
Ander culturen begonnen zich te ontwikkelen maar alleen de grootsten hielden stand, en de kleinere culturen sloten zich bij hen aan. De grootste en belangrijkste culturen die zich ontwikkelden waren: Kotosh, Chavín, Paracas, Nasca, Moche, Tiwanaku, Wari, Lambayeque, Chimu en Chincha. De Paracas cultuur aan de zuidelijke kust in Peru staat bekend om z’n fijne textiel die bewaard is gebleven dankzij de droge woestijngrond. Deze stoffen waren hun tijd vooruit omdat men in Paracas vicuña wol gebruikte in plaats van normaal katoen in hun weef proces. Mensen uit de noordkust van Peru ontwikkelden deze techniek pas eeuwen later.
Terwijl de Chavín cultuur op mysterieuze wijze verdween rond 300 v.Chr., bloeiden de Moche, Nazca en andere kust culturen tussen 100 v.Chr.en 700 na Chr. De Moche cultuur staat bekend om z’n indrukwekkende metaalbewerking en prachtig aardewerk, het mooiste werk ooit gezien in de oude wereld. De Nazca cultuur staat natuurlijk bekend om de creatie van de Nazca lijnen, enorme figuren in de aarde gegrift die alleen vanuit de lucht zichtbaar zijn. Geleerden discussiëren over het doel van deze enorme figuren en hoe ze gemaakt zijn. De Nazca cultuur is ook bekend door zijn textieltechnieken, net als de Paracas cultuur.
Uitbreiding van de rijken in de hooglanden van de Andes
Herhaaldelijke El Niño overstromingen en droogtes zorgden er uiteindelijk voor dat de kust culturen langzaam verdwenen en dat de culturen in de hooglanden in het Andes gebergte de regio gingen domineren. De Huari en Tiwanaku culturen breidden zich uit tot hedendaags Peru en Boliva en werden later gevolgd door verschillende krachtige steden zoals Chancay, Sipan en Cajamarca en door twee wereldrijken, de Chimor en de Chachapoyas culturen.
De Chimor en de Chachapoyas ontwikkelden beiden verfijnde landbouwtechnieken, goud- en zilverwerk, metaalbewerking en aardewerk. Rond 700 v.Chr. hadden beide culturen systemen voor maatschappelijke organisatie ontwikkeld die een invloed zouden hebben op de Inca cultuur die daarna volgde.